Een korte geschiedenis van hypermedia

 

Waar komt het idee van hypermedia vandaan?

Hoewel er veel voorlopers waren van het moderne idee van hypertekst en de bredere term hypermedia, wijzen veel mensen op het artikel “As We May Think” uit 1945 van Vannevar Bush, gepubliceerd in The Atlantic, als het beginpunt van wat uiteindelijk moderne hypermedia zou worden.

In dat artikel beschreef Bush een apparaat dat hij de Memex noemde: een mechanisch systeem met rollen, microfilm en een codeersysteem waarmee gebruikers konden springen tussen verwante informatie. De Memex werd nooit echt gebouwd, maar inspireerde latere onderzoekers die het concept van hypermedia verder ontwikkelden.

De termen “hypertekst” en “hypermedia” werden in 1963 bedacht door Ted Nelson, die later werkte aan het Hypertext Editing System aan de Brown University en het File Retrieval and Editing System (FRESS) ontwikkelde — een verbluffend geavanceerd hypermedia-systeem voor zijn tijd (mogelijk het eerste digitale systeem met een “undo”-functie).

Terwijl Nelson zijn ideeën verder uitwerkte, werkte Douglas Engelbart aan het Stanford Research Institute, met als doel Bush’ Memex werkelijkheid te maken. In 1968 gaf Engelbart in San Francisco zijn beroemde presentatie, bekend als “The Mother of All Demos.”
Tijdens deze demonstratie liet hij technologieën zien die hun tijd ver vooruit waren:

  • samenwerken op afstand aan tekst,

  • video- en audiochat,

  • een venstersysteem met versleepbare vensters,

  • en een vroege vorm van hypertekst — door op onderstreepte tekst te klikken, verscheen nieuwe inhoud.


Hoewel zijn publiek hem staande ovaties gaf, duurde het nog decennia voordat deze ideeën gemeengoed werden.




Moderne implementatie

In 1990 publiceerde Tim Berners-Lee, werkend bij CERN, de eerste website. Hij had al bijna tien jaar aan het idee van hypertekst gewerkt, en uit frustratie over de moeizame manier waarop onderzoekers informatie deelden, creëerde hij uiteindelijk het World Wide Web.

“Het maken van het web was eigenlijk een daad van wanhoop, omdat de situatie zonder het web erg moeilijk was toen ik bij CERN werkte.
De meeste technologieën — zoals hypertekst, het internet en tekstobjecten met meerdere lettertypen — bestonden al.
Ik hoefde ze alleen samen te voegen.”
~ Tim Berners-Lee

In 1994 groeide het web zo snel dat Berners-Lee het W3C (World Wide Web Consortium) oprichtte, een samenwerkingsverband van bedrijven en onderzoekers dat open standaarden ontwikkelde.
Alle W3C-standaarden waren royalty-vrij, waardoor iedereen ze kon gebruiken — een principe dat de open en samenwerkende aard van het web heeft vastgelegd.


De opkomst van REST

In 2000 publiceerde Roy Fielding aan de Universiteit van Californië, Irvine zijn invloedrijke proefschrift: “Architectural Styles and the Design of Network-based Software Architectures.”
Fielding, mede-ontwikkelaar van de Apache HTTP Server, beschreef hierin een nieuw netwerkarchitectuurmodel dat was ontstaan uit het vroege web.

Hij introduceerde de term REpresentational State Transfer (REST) om het hypermedia-netwerkmodel van het web te beschrijven. Fieldings werk gaf ontwikkelaars een gemeenschappelijke taal om het nieuwe medium te begrijpen waarin zij bouwden.




Comments

Popular posts from this blog

Basis Informatie C++

C++ Termen

Geautomatiseerd adverteren op 2dehands