Basis Informatie C++

C++ is een programmeertaal die je eerst moet omzetten voordat je het kunt gebruiken.
Je schrijft de code, dan zet een programma (de compiler) het om in bestanden die je computer snapt. Die bestanden worden samengevoegd tot één programma dat je kunt starten. Zo'n programma werkt meestal alleen op het systeem waarvoor het is gemaakt (bijv. Windows of Mac).

Als we zeggen dat C++ "overdraagbaar" is, bedoelen we meestal dat de code op meerdere systemen kan werken — zolang je het daar opnieuw compilet.

C++ heeft:

  • Basisregels (zoals getallen en herhalingen),

  • en een grote bibliotheek met kant-en-klare hulpmiddelen (zoals lijsten en tekstinvoer).

Die bibliotheek is geschreven in C++ zelf. Dat laat zien dat de taal krachtig genoeg is voor moeilijke taken, zoals het bouwen van besturingssystemen.

Tot slot: C++ is streng over types. Je moet altijd aangeven wat iets is (bijv. een getal of een tekst), zodat de computer weet wat hij ermee kan doen.


Het kleinste C++ programma is:

int main() { }

Dit is een functie main die niks doet. Elk programma begint altijd bij main.

Alles tussen { en } hoort bij de functie. // is een commentaar, dat negeert de computer.

main kan een getal teruggeven aan het systeem. 0 betekent dat het goed ging, andere getallen betekenen fouten.

Meestal wil je iets laten zien op het scherm. Dat doe je met std::cout en <<:


#include <iostream> int main() { std::cout << "Hallo Wereld!\n"; }

#include <iostream> zorgt dat je die tekst-functies kan gebruiken.

Functies kunnen ook iets teruggeven, bijvoorbeeld een getal:


double kwadraat(double x) { return x * x; }

Of niks teruggeven, dan gebruik je void:


void printHallo() { std::cout << "Hallo!\n"; }

Alle code staat in functies, en het programma begint altijd bij main.


Comments

Popular posts from this blog

C++ Termen